ANTISEMITISME 2
DE DS. G.H. KERSTEN-TRAGIEK OMTRENT ZIJN HOUDING JEGENS DE BEMINDEN OM DER VADEREN WIL   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Ds. G.H. Kersten zweeg over zijn Joodse naaste.

125 jaar geleden werd G.H. Kersten te Deventer geboren. Hij groeide uit tot onbetwiste leider van de SGP en de Gereformeerde Gemeenten. Over hem schreef godsdienstleraar Herman van Beek een studie. Hij nam de houding van Kersten tegenover de Joden onder de loep.

Klik op de Klik hier link ter inzage ND-artikel

Commentaar
Dat Matth. 27:25 een oordeel over de Joden heeft teweeggebracht, betekent niet dat ds. Kersten vrijuitgaat door dat oordeel gestalte te geven door zijn weerzinwekkende oproep aan de Ger. Gem.-scholen om Joodse kinderen aan te geven bij de Duitse bezetter.
Ik lees echter nergens dat ds. Kersten met deze landverraderlijke misdaad en zijn Duitse loyaliteit in de schuld gekomen is. Ook lees ik nergens dat ds. Kersten voor deze misdaad onder de tucht is gezet door zijn eigen kerkverband. Op de Ger. Gem. rust derhalve een hemelhoge bloedschuld (die ook op het Kaïn-Duitsland rust), die echter tot heden nooit verzoend is geworden in de weg van het recht. Duitsland staat wat dat betreft nog wat te wachten, want wie Gods oogappel (de beminden om der vaderen wil) aanraakt, raakt God Zelf aan. De gevolgen voor de Ger. Gem. zijn ook niet uitgebleven: een kracht der dwaling, sektarisme, verregaande secularisatie, valse leraars, en een repeterende verbondsbreuk vanwege de kerkelijke verzelfstandiging van de GG-Afscheiding, waarmee de godzalige ds. Ledeboer aanvankelijk meeging, maar ras op zijn schreden terugkeerde, maar toen publiek voor God en de mensen heeft schuldbeleden o.a. met de woorden: "Ik hoop dat God mij deze misdaad vergeven heeft."

In de Eskerk te Rijssen mocht ds. Kersten echter niet preken, omdat de toenmalige ouderling, Arend Baan, Kerstens politieke ambities op grond van de Schrift als zijnde onbijbels verwierp en Kersten niet toeliet op de kansel.

Dat ds. Kersten tijdens zijn leven nooit is veroordeeld omtrent zijn pro-Duitse houding en zijn verraad jegens Joodse schoolkinderen, wil niet zeggen dat Kersten postuum niet veroordeeld kan worden door de generale Synode van de Ger. Gem. Kersten heeft nooit een man Gods, zoals Nathan, voor zich gehad: "Gij zijt die man!" Menselijk gesproken zal de GG-Synode Kersten blijven strelen en betoverd blijven door het Kersten-syndroom. De tucht in de GG treedt alleen in werking als er een dominee de zonde van het 7e gebod begaat, maar dat er in de Ger. Gem. een valse leer gepreekt wordt, ligt men niet over wakker. Wil de Ger. Gem. evenwel van haar hemelhoge bloedschuld verlost worden, omdat het recht zijn loop hebben moet, dan zal men MET DE HAND IN EIGEN BOEZEM ds. G.H. Kersten postuum moeten veroordelen omtrent zijn genoemde wandaden, wat overigens niets zegt over zijn geestelijke staat. Afgoderij (ook jegens Kersten) is echter nog steeds een vervloekte zonde, waarmee de Ger. Gem. de ongunste Gods over zich gehaald hebben en in het drijfzand van Abraham Kuyper gevangen zijn geraakt. De boemerang die Kersten destijds naar Kuyper wierp, is ontegenzeggelijk op het hoofd van de Ger. Gem. terechtgekomen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl