SHOWBIZZPROMOTIE DS. M. GOLVERDINGEN DE.KOK/KERSTEN/CULTUS
SHOWBIZZPROMOTIE DS. M. GOLVERDINGEN DE.KOK/KERSTEN/CULTUS  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
PROMOVEREN, GERIDDERD WORDEN, VLESELIJK EERBETOON, DOCTORALE WAANWIJSHEID, DOGMATORISCH GEKWEBBEL, GLIMMENDE GEZICHTEN, WITTE BOORDEN EN LANGE GEWADEN, IS KENMERKEND VOOR DE HUIDIGE GODGELEERDHEID.

AL GODS WARE VERVOLGDE KNECHTEN WIJZEN AL DIE PRACHT, PRAAL, BEVORDERINGEN, TOELACHINGEN, EERBETOON, LINTJES, RIDDERORDES, MEDAILLES, DOCTORSBULLEN EN HANDENKLAPPERIJ VAN DE HAND, MET DE WOORDEN VAN DANIËL: "HEBT UW GAVEN VOOR UZELVEN EN GEEF UW VERERINGEN AAN EEN ANDER!"


-----------------------------------------------------------------------------------

DE RD-SHOWBIZZ EN DE AFGODSCULTUS OMTRENT DE PROMOTIE VAN DS. M. GOLVERDINGEN (GG).

Ds. Golverdingen: Schorsing ds. Kok berustte op betreurenswaardig misverstand
16-01-2014 13:48 | gewijzigd 16-01-2014 14:38 | Redactie kerk

"De schorsing van R. Kok door de Generale Synode in 1950 berustte op een betreurenswaardig misverstand ten aanzien van het begrip belofte, dat verschillend werd geïnterpreteerd door hem en door de Synode."

Bronlink:
www.refdag.nl/ kerkplein/ kerknieuws/ ds_golverdingen_schorsing_ds_kok_berustte_op_betreurenswaardig_misver stand_1_798386

------------------------------------------------------------------------

Ds. M. Golverdingen in Apeldoorn gepromoveerd op ‘kwestie Kok' (met fotoserie)
04-03-2014 17:35 | gewijzigd 06-03-2014 11:16 | Redactie kerk

Ds. M. Golverdingen, emeritus predikant binnen de Gereformeerde Gemeenten, is dinsdagmiddag in Apeldoorn gepromoveerd op het proefschrift "'Vernieuwing en verwarring – De Gereformeerde Gemeenten 1946-1950". Zijn promotor was prof. dr. H. J. Selderhuis; prof. dr. G. C. den Hertog trad op als copromotor.

Bronlink:
www.refdag.nl/ kerkplein/ kerknieuws/ ds_m_golverdingen_in_apeldoorn_gepromoveerd_op_kwestie_kok_met_fotose rie_1_810173

-----------------------------------------------------------------------

Ds. Golverdingen: Tussen ds. Kersten en ds. Kok in de kern geen verschil
05-03-2014 11:27 | gewijzigd 05-03-2014 11:56 | Van onze verslaggever

Tussen ds. G. H. Kersten en ds. R. Kok bestond op het punt van belofte en aanbod van genade "als het om de kern van de zaak gaat geen verschil."

Bronlink:
www.refdag.nl/ kerkplein/ kerknieuws/ ds_golverdingen_tussen_ds_kersten_en_ds_kok_in_de_kern_geen_verschil_ 1_810319

------------------------------------------------------------------------

Dr. Golverdingen ontleedde "open wond"
05-03-2014 11:30 | gewijzigd 05-03-2014 11:55 | Redactie kerk

Een boek dat van moed getuigt, zo typeerde dr. J. van de Kamp het proefschrift van ds. M. Golverdingen over -onder meer- de "kwestie-Kok" gisteren. "U ontleedt daarin een meer dan zestig jaar oude open wond, vanuit het verlangen om recht te doen aan mensen."

Bronlink:
www.refdag.nl/ kerkplein/ kerknieuws/ dr_golverdingen_ontleedde_open_wond_1_810322

----------------------------------------------------------------------

COMMENTAAR

Vooraf willen we benadrukken dat het in dit commentaar niet over de geestelijke staat van de genoemde dominees gaat, maar over hetgeen geleerd en beweerd wordt en dat betreffen fundamentele dwalingen, waarvan niet alleen de dwalingen, maar ook de personen die dat geleerd hebben, censurabel zijn.

Ds. M. Golverdingen (GG) wist blijkbaar met zijn tijd geen raad en heeft kostbare jaren gestoken in een studie om de conflicten omtrent ds. R. de Kok en dr. C. Steenblok uit te pluizen en... glad te strijken. Ds. Golverdingen is namelijk gepromoveerd op zijn rehabilitatie van de destijds afgezette ds. R. de Kok en heeft -naar zijn idee- ds. De Kok postuum in ere hersteld en zelfs "met Kersten evengelijk gemaakt", wat voor sommige oudgediende GG-voorgangers, waaronder ds. A. Moerkerken, aan "godslastering" gelijk staat, aangezien ds. Moerkerken afgezien van de kerkelijke procedurefouten geheel achter de afzetting van ds. De Kok staat. Opmerkelijk is dat ds. Moerkerken de laatste jaren in alle talen zwijgt, of het moet zijn dat zijn embryonale Comrie-cultus hem uit handen gevallen is, omdat hij erachter gekomen is dat dr. Habitus en dr. Actus fictief-gehallucineerde droombeelden zijn die nooit hebben bestaan...

Ter zake: Om een onterecht verdachte en van misdaad beschuldigde persoon postuum in ere te herstellen, is een zeer loffelijke en naasten-lievende daad, tenminste als het op zijn plaats is en de persoon in kwestie inderdaad geen blaam treft. We zullen zien hoe dat ligt bij ds. R. de Kok, die door ds. Golverdingen van alle dwalingen, verdachtmakingen en blaam is gezuiverd. Aangezien ds. Golverdingen daar een doctorale studie voor over heeft gehad, moet hij voor zichzelf de uitslag al geweten hebben, want anders zou hij als oecumenische GG-vredesduif zijn doel hebben gemist. Bovendien spreekt Golverdingen volledig de waarheid als hij beweert dat tussen de theologie van ds. R. de Kok en die van ds. G.H. Kersten in de kern der zaak geen verschil bestaat.

Het is volstrekt de waarheid dat ds. De Kok en ds. Kersten niet verschillen in de leer, want zowel ds. De Kok als ds. Kersten hebben allebei fundamenteel gedwaald in het kwadraat en verschillen in dat opzicht inderdaad niet. Daarin heeft ds. Golverdingen dus volkomen gelijk. Die dwaal-overeenkomst geldt trouwens voor praktisch alle afgescheiden dominees, dus daarop maken ds. De Kok en ds. Kersten geen uitzondering. Maar het blijft staan wat ds. Golverdingen beweert, namelijk, dat tussen de theologie van ds. De Kok en die van ds. Kersten in de kern der zaak geen verschil bestaat, aangezien zij beiden de plank hebben misgeslagen, zowel ter rechter als ter linkerzijde, hetgeen we ten aanzien van de dwaalleer van ds. Kersten talloze malen hebben aangetoond op deze website, en ook t.a.v. de dwalingen van ds. De Kok (Zie Klik hier link on top of the page).

Ds. Golverdingen bedoelt echter te zeggen dat binnen het kerkverband van de GG en de GGinN ds. Kersten als ijkmeter van de zuivere leer fungeert en door zijn studie heeft ds. Golverdingen ds. De Kok in de weegschaal van ds. Kersten gewogen en zwaar genoeg bevonden en vervolgens heeft hij ds. De Kok oogluikend gekerstend. De promotie van ds. Golverdingen is dus een schijnvertoning van de Afgescheiden poppenkast, waardoor men kerstent wat Gods Woord verwerpt en verwerpt wat Gods Woord leert. Ds. Golverdingen is wat dat betreft een ware SGP-er, maar naar de toets van Gods Woord is hij een huichelaar. Toen mijn vrouw dit artikel gelezen had, zei zij uit de grond van haar hart, dat ds. Golverdingen zich kapot moet schamen!

Hetgeen ds. Golverdingen zegt over de leer-kern van ds. De Kok en ds. Kersten en daartussen een is-gelijk-teken plaatst, geldt namelijk hetzelfde voor de leer-kern tussen Pelagius en Arminius, aangezien Pelagius en Arminius beiden hun theologisch huis op hetzelfde drijfzand hebben gebouwd en in de kern der zaak hetzelfde hebben geleerd.

Aangezien ds. Golverdingen zelf de dwaalleer der Afscheiding ten volle belijdt en onderschrijft, heeft hij de waarschuwing van Christus niet in acht genomen: "Indien nu de blinde den blinde leidt, zo zullen zij beiden in den gracht vallen", Matth. 15:14b, want hij weet niet wat hij leert, noch wat hij bevestigt. Heel die optochtelijke promotiecultus van ds. Golverdingen is in de ogen Gods derhalve slechts gespartel in de dode Zee en van nul en generlei waarde, omdat het niet gaat om de ere Gods, en ook niet om een rehabilitatie op bijbelse rechtsgronden.

De procedure waardoor ds. R. de Kok is afgezet, was kerkordelijke gezien echter volstrekt onzorgvuldig te noemen en zelfs onwettig, en zijn afzetting door de GG-synode ook, aangezien de GG-leer zelf het toonbeeld is van fundamentele dwalingen, juist ten aanzien van de leer en de bevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze, de leer waarmee de Kerk staat of valt. Genoemde leer is in de volle breedte van de Afscheiding vervalst. Hoe kan een dwalende kerk een dwalende herder afzetten? Immers, een huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan. En dat is reeds gebleken door de zovele repeterende kerkbreuken, die zich blijven repeteren, aangezien de Afscheiding, inclusief de PKN en de HHK, zich hebben afgescheiden van de Kerk der Reformatie en ook van de leer van Christus en de leer der Reformatie.

De dwalingen van ds. De Kok waren evenwel dermate fundamenteel, dat de afzetting van ds. De Kok OPZICH rechtmatig was. Ds. Golverdingen spreekt in zijn dissertatie van een misverstand omtrent de bedoelingen van ds. De Kok, maar als dat zo zou zijn, kan Pelagius zichzelf straks ook vrijpleiten op de oordeelsdag, omdat hij dan zal zeggen dat zijn uitleggers zijn leer hebben misverstaan. Dat misverstand-excuus is trouwens een ingekankerde tendens geworden in onze dagen. Om maar eens iemand te noemen: als ds. Van Vlastuin (HHK) ketterijen en zelfs godslasteringen publiekelijk leert, en hij daarmee wordt geconfronteerd, heeft hij het -volgens zijn zeggen- ineens heel anders bedoeld. Daaruit volgt dat iedere ketter zich op dat excuus kan beroepen en vrijelijk Christus voor een vraat en wijnzuiper kan uitmaken, want als die godslasteringen publiek ter sprake worden gesteld, hebben zij het ineens geheel anders bedoeld. Ik denk dat de duivel over deze tendens siddert, maar ds. Golverdingen siddert niet, nee, hij bloost van trots door al dat eerbetoon als loon op zijn doctorale studie, terwijl kerk en volk door de afvallige refo-kerken aan de geestelijke geeuw-honger liggen.

De promotie van ds. Golverdingen staat derhalve gelijk aan de promotie van een kip die op zijn eigen afgehakte kop afgestudeerd is, om het zo maar eens te zeggen, aangezien ds. R. de Kok welzeker fundamentele dwalingen heeft geleerd, die door geen honderd doctorale promoties kunnen worden gekerstend. Hetzelfde geldt voor de fundamentele dwalingen van de doperse dr. C. Steenblok.

De geschreven en gepreekte ketterijen van ds. R. de Kok

- De Kok leerde dat de menselijke natuur van Christus desnoods had kunnen zondigen.
Dat is een godslasterlijke en fundamentele ketterij en daarin was De Kok absoluut censurabel!

- De Kok leerde dat Christus de toorn Gods gedragen heeft VOOR alle mensen, met een beroep op HC. Zondag 15.
Alweer een censurabele dwaling, want dat leert HC Zondag 15 absoluut niet! Ds. De Kok neigde duidelijk naar een algemene verzoeningsleer, terwijl de verzoening in en door Christus alleen de uitverkorenen geldt. Hoewel de algenoegzaamheid van het offer van Christus wel voor duizend werelden meer dan voldoende is, is Christus alleen voor de uitverkorenen gestorven en bidt Hij alleen voor de zaligheid van Zijn kinderen en niet voor de wereld in het algemeen (Joh. 17).

- De Kok leerde dat de hel een plaats is waar niet gewerkt hoeft te worden.
Gods Woord spreekt fundamenteel anders over de hel, namelijk dat de hel een eeuwige vuurgloed is, waarin wening is en knersing der tanden. In dat eeuwige bedrijf der godslasteringen raken de verdoemden nooit meer uitgewerkt.

- De Kok onderscheidde de menselijke en de Goddelijke natuur van Christus zodanig, dat er bij hem sprake was van twee van elkaar geïsoleerde interpretaties van Christus.
Christus is Mens en God tegelijk verenigt in één Persoon, waarbij Zijn menselijke en Goddelijke natuur niet vermengd, maar zuiver onderscheiden zijn. Naar Zijn Godheid heeft Christus niet geleden, alleen in Zijn menselijke natuur. Het Woord is vlees geworden en naar Zijn Godheid wijkt Hij nimmermeer van Zijn kinderen.

- De Kok leerde in feite een almachtige zondaar die in staat is om de belofte aan te nemen, en daarmee stelde ds. De Kok (wellicht onbedoeld) de absoluutheid van de zondeval discutabel.
Daaruit volgt dat De Kok de noodzakelijke opwekking des zondaars door de Zoon en de levendmakende bediening van Gods Geest in diskrediet stelde, omdat hij de menselijke verantwoordelijkheid een vrije-wils-lading gaf.

- De Kok stelde de mens van nature wel verantwoordelijk voor zijn daden, maar bij De Kok fungeerde de menselijke verantwoordelijkheid als een soort hefboom, waardoor hij de mens in staat achtte de heilsbelofte aan te nemen.
Dat God de mens verantwoordelijk houdt voor zijn val, is onbetwist, maar daarmee wordt de mens geen vermogens ter hand gesteld om zich uit de put van zijn hellebestaan te werken. Dat God elk mens van nature verantwoordelijk houdt, daarmee wordt de mens in zijn totale verloren doodstaat bevestigd en onder de toorn Gods gehouden, zolang hij onbekeerd voortleeft. God gaat van Zijn recht niet af en het Evangelie in de toepassing is niet ten koste van het recht Gods, maar tot verheerlijking van het recht Gods op grond van de volkomen lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid van Christus.

- De Kok leerde: "aanbod en belofte is hetzelfde"
Daarin had ds. De Kok in zoverre gelijk, namelijk dat er geen onvoorwaardelijk aanbod van het Evangelie bestaat zonder Evangeliebeloften, maar tussen de (verbonds)beloften die in Christus Jezus ja en amen zijn en het aanbod van genade, staat geen is-gelijk-teken, want de beloften Gods die in Christus ja en amen zijn, zijn geadresseerd.
Hierbij moet worden opgemerkt dat de inwendige roeping inhoudelijk dezelfde is als de uitwendige roeping, en dat werd ook door ds. De Kok geleerd, maar dat wordt in de leeruitspraken van de GG ontkend. De inwendige roeping geschiedt krachtdadig door de stem (belofte) van de Zoon van God (Joh. 5:25). En hoewel de uitwendige roeping net als de inwendige roeping geschiedt door hetzelfde Woord, is de uitwendige roeping verstoken van de krachtdadige toepassing des Geestes, hetgeen niet de schuld is van de roeping als zodanig, maar van 's mensen ongeloof.

De Synode-leden die ds. De Kok hebben afgezet, moesten zelf afgezet worden, daar zij ds. De Kok deels van dwalingen hebben beschuldigd die geen dwalingen zijn, terwijl zij allen zelf zwanger waren van de dwalingen en dat zijn tot op de huidige dag. Aangezien ds. De Kok wel fundamentele dwalingen leerde, die hij deels wel herroepen heeft, maar na herroeping toch verpakt bleef preken, was zijn afzetting OPZICH bijbels kerkordelijk terecht.

- Ook leerde ds. De Kok niet de Wet als de bediening des doods en ging hij geheel voorbij aan het gestorven zijn van de oude mens onder de Wet, zoals Paulus o.a. daarvan spreekt in Galaten 2:19. Dat geldt overigens ook voor het geheel der kerken, aangezien de oude mens -generaal gesproken- met een aangeplakte bekering en met een aangepraat geloof in een embryonale kerkmand over de muur wordt gepreekt, als zijnde een bewusteloze reiziger op de smalle weg. Maar de dwaze maagden zijn er wel achtergekomen dat die embryonale smokkelroute (wat men in die kringen de toeleidende weg noemt) geen geldige munt bleek te zijn om de bruiloftszaal in te gaan.

Wat de dwalingen van ds. De Kok betreft, willen we het hierbij laten, behoudens nog een paar aanvullende opmerkingen.

Ds. De Kok zat in de oorlogsjaren ook in de scholenbond van de GG en het "befehl" van ds. G.H. Kersten om de Joodse schoolkinderen bij de Duiters aan te geven, heeft hij als een gewetensvolle human being categorisch geweigerd. Ds. De Kok wist namelijk -en dat wist Kersten ook- dat als die Joodse kinderen bij de Duitse bezetter zouden worden aangegeven, waar zij terecht zouden komen, namelijk in de death-camps van de SS. Dat ds. G.H. Kersten hierin gewetenloos heeft gehandeld, daar is nog geen dominee op afgestudeerd en daar heeft ds. Golverdingen geen woord over vermeld in zijn gehallucineerde doctorsbul. Het idee om te promoveren op de Duitse loyaliteit van ds. Kersten in de oorlogsjaren, moet in de kerkelijke doofpot blijven, en de Afscheiding acht ds. Kersten van een dermate goddelijke status, dat men zo'n genoemde promotie gelijk zal stellen aan godslastering. Toch zal de GG, de GGinN en de OGG publiek in de schuld moeten komen voor de pro-Duitse houding van ds. Kersten, aangezien die Kersten-ban op genoemde kerken als dieplood blijft liggen en waarvan de wrange vruchten keer op keer openbaar komen. Ds. R. de Kok daarentegen mag met recht een gewetensvolle en vaderlandslievende burger worden genoemd, die het antisemitisme van ds. Kersten terecht verafschuwde en radicaal van de hand wees. (Zie ook "Smeulend Antipapisme").

-----------------------------------------------------------

De dwalingen van dr. C. Steenblok bestaan voornamelijk uit een voorwaardelijk evangelie en uit een doperse voorstelling van het genadeverbond.

Zoals we ooit eerder hebben opgemerkt, zette dr. Steenblok zich terecht af tegen de remonstrantse aanbod-van-genade-prediking: "Jezus is voor u gestorven!" Christus is duidelijk niet voor alle mensen gestorven, maar alleen voor de uitverkorenen, daarin had Steenblok gelijk. En dat leert Gods Woord duidelijk, met name in het Hogepriesterlijke gebed (Joh. 17), waarin Christus bidt: "Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen die Gij Mij gegeven hebt."

Dr. Steenblok is helaas naar een ander uiterste doorgeslagen door het Evangelie voorwaardelijk te maken op voorwaarde van zondekennis en geloof, en daarmee ondergraafde hij juist de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze, aangezien God niet de gelovige, maar de goddeloze rechtvaardigt. De goddeloze die gerechtvaardigd wordt, is een onvoorwaardelijke(!) goddeloze die der Wet gestorven is, en dus ook door zijn zondekennis gezakt is en als een lijk voor de Wet verdoemelijk ligt voor God op het vlakke des velds, vertreden in zijn geboortebloed. Dezulken liggen in geestelijke zin reeds op de bodem van de oceaan en kunnen geen bewegingen meer maken dan alleen de stuiptrekkingen van een lijk en kunnen in hun hellevaart Gode niets ongerijmds meer toeschrijven. Voor dezulken is Christus uitnemend geschikt en gewillig, want het einde der Wet is Christus, tot Rechtvaardigheid, een iegelijk die gelooft. Aangezien elk mens van nature een goddeloze is, maar niet een onvoorwaardelijke goddeloze wil zijn en zijn drievoudige straf op de zonde niet gewillig aanvaart, ligt zalig worden niet in het verlengde van een menselijk besluit, maar geschiedt louter en alleen op Gods besluit in en door de ambtelijke bediening van Christus, als het Begin der herschepping Gods.

Gods Woord leert echter wel het aanbod van vrije genade, ofwel de roeping van het Evangelie, dat zich niet beperkt tot de uitverkorenen, zoals Steenblok duidelijk wel leerde, maar tot allen die het Evangelie horen: "O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!" Jes. 55:1.
De prediking van het aanbod van vrije genade is ook de zendingsroeping, namelijk om al den volken het Evangelie te prediken, te weten: "En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem", Luk. 24:47.

In de leer der Afscheiding echter, heeft men degenen die geroepen ZIJN (Openb. 19:9) en degenen die geroepen WORDEN, nooit onderscheiden. Alle hoorders worden geroepen, maar alleen die geroepen ZIJN, zijn de gegevenen des Vaders en die en die alleen zullen in de tijd toegebracht worden tot de gemeente die zalig moet worden, middels de (inwendige) roeping van het Evangelie.

Dr. Steenblok heeft de inwendige roeping en de uitwendige roeping echter van elkander gescheiden geleerd, en daarin is zijn fundamentele dwaling gelegen. De uitwendige roeping verschilt inhoudelijk NIET -zoals eerder gezegd- met de inwendige roeping; het is dezelfde roeping, alleen gaat de inwendige roeping met de kracht des Heiligen Geestes gepaard en de uitwendige roeping niet, hoewel dat niet de schuld is van de roeping, maar van het ongeloof van degenen die geroepen worden. Dr. Steenblok (ook ds. A. Moerkerken) leerde daarentegen twee inhoudelijk verschillende roepingen, maar daarmee heeft hij een beperkt evangelie geleerd, ofwel een beperkte Christus. De roeping komt tot alle hoorders des Woords, maar de toepassing ervan is particulier, uit louter vrije soevereine genade.

Dat dr. Steenblok een voorwaardelijk evangelie leerde, en de doop voor onbekeerde kinderen zelfs zinloos achtte, (alsof hij wist wie er uitverkoren waren en wie niet), is algemeen bekend. Ook stelde dr. Steenblok het genadeverbond onder de absolute beheersing van de verkiezing, maar daarmee loochende hij in feite het bestaan van tweeërlei kinderen des verbonds en tweeërlei bediening van het verbond. Gods Woord leert tweeërlei kinderen des verbonds, de inwendige en de uitwendige, maar alleen de inwendige kinderen des verbonds zijn de hemelse erfgenamen des verbonds, waarvan Christus het Hoofd is.

De uitwendige kinderen des verbonds delen aan deze zijde van het graf wel in de uitwendige baten van het verbond, ofwel in de uitwendige zegeningen des verbonds, zoals de prediking, het recht om in Christus te geloven en de waterdoop en het daarmee gepaard gaande teken en zegel, waardoor zij onderscheiden zijn van de wereld en in uitwendige zin God toebehoren, zoals het volk der Joden in hun geheel Gods verbondsvolk is, bekeerd en onbekeerd. Steenblok ontkende dat heftig, maar daarin was hij puur dopers en Schriftkritisch.

Door de onvoorwaardelijke Evangelie-prediking van Petrus op de Pinksterdag worden alle doperse excuses van tafel geveegd: "Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal`, Hand. 2:39. MAAR de toepassing van het heil is er alleen voor verloren zondaren (Hand. 2:37).
Alleen doorstoken zielen zullen de kracht van de inwendige roeping ervaren en degenen die met een goedkope aanneming zonder de schenking zich blij maken, maken zich blij met een dode mus. Het recht om te geloven is geen hefboomrecht, maar een genaderecht dat alleen in en door Christus werkelijkheid wordt door het geloof.

Zolang de uitwendige kinderen des verbonds onbekeerd voortleven, maken zij God tot een leugenaar, omdat zij hun verbondsrecht -om in Christus te geloven- verwerpen en zich daarmee onder de verbondswraak plaatsen, omdat zij niet willen dat Christus Koning over hen is. Dat betekent niet dat de mens een vrije wil heeft om op het aanbod van genade in te gaan, nee, het aanbod maakt de ongelovigen dubbel verdoemelijk, omdat alle excuses van het onbekeerd-zijn door de prediking van het onvoorwaardelijke Evangelie hen uit handen wordt geslagen. Dat laatste kent met name Gods volk bij ervaring in de fase der ontdekking, maar zij worden uit loutere soevereine genade als een lijk door de enge poort getrokken en in de poort als een goddeloze gerechtvaardigd in en door Christus, door de belofte des Evangelies in de toepassing.

In het kader van de toepassing of toerekening van de gerechtigheid van Christus is er geen sprake meer van een onderscheid tussen Evangeliebeloften en verbondsbeloften, aangezien al de beloften Gods ja en amen zijn in Christus. Gods volk wordt in het kader van de wedergeboorte op de Rots der eeuwen geplant door de belofte Gods waarvan Christus de Vervulling is, in de toepassing des harten door het geloof; amen ja amen!

Ds. Steenblok, ds. Mallan, ds. Moerkerken enz. dwalen hierin fundamenteel, alsof er van twee soorten Evangeliebeloften in Gods Woord sprake is. Dat onderscheid is er niet bij God en ook niet voor Gods verzoende volk; wel ten aanzien van de uitwendige kinderen des verbonds enerzijds en anderzijds t.a.v de prediking van het aanbod der genade opzich. Geen mens wordt tot God bekeerd door het objectieve aanbod van genade, maar alleen door de Goddelijke schenking des heils in de toepassing in en door Christus, waarop de aanneming des geloofs volgt. Immers, de mens kan niets aannemen, tenzij het hem uit de hemel geschonken wordt.

Daar komt bij dat niet het geloof de beloften maakt, zoals genoemde doperse leraars-Israëls wel leerden en leren, nee, de beloften maken het geloof, namelijk in en door Christus in het kader van Johannes 5:25: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven." Wie het verstaat, die verstaat het, maar velen verstaan het niet.

De showbizzpromotie van ds. Golverdingen op de bedorven cultus 'De Kok, Kersten en Steenblok' had gevoeglijk nagelaten kunnen worden, aangezien men eerst geroepen is de binnenlandse ketterijen te elimineren, en de JBGG-entertainment uit te bannen, aangezien men de valse leraars ongemoeid laat (wellicht omdat ze allen valse leraars zijn) en de GG-jeugd ter helle dirigeert, hetgeen ook geldt voor de HHK-jeugd. Al dat afgescheiden promoveren op menselijke vonden is niets anders dan mensverheerlijking!

Tenslotte: Onlangs kreeg ondergetekende het zoveelste verwijt van een inzender, meneer de humanist genaamd, dat we de valse leraars onbarmhartig terechtstellen door het Woord Gods, terwijl ds. A. Kort de valse leraars in zijn kerkverband -volgens de inzender- terecht(!) ongemoeid laat, uit reden, omdat Christus Judas de verrader zijn gang liet gaan en niet uit de kring der discipelen verwijderde. Met andere woorden, suggereert meneer de humanist, dat Christus in het schenken van de sleutels des hemelrijks aan Zijn Kerk Zich schromelijk heeft vergist, omdat volgens meneer de humanist, de valse leraars ongemoeid gelaten moeten worden. Aangezien Judas de verrader tot zijn verraderlijke heengaan onopgemerkt is gebleven voor de discipelen, en Christus alle dingen bekend zijn van eeuwigheid, moest Judas de raad Gods vervullen, zoals elke valse leraar dat moet doen, maar nooit en te nimmer met uitsluiting van de bijbelse tucht en de Christelijke ban. Wie de barmhartigheid Gods in Christus uitspeelt tegen het recht Gods, zoals meneer de humanist dat doet, diens verdoemenis is rechtvaardig (Rom. 3:8).

Afgezien de vijandige onzin waarmee meneer de humanist op de proppen kwam, vroeg ik me hierbij af wat de Reformatoren dan niet aan tonnen adem hebben verspild met het ontmaskeren in woord en geschrift jegens de valse leraren en de Antichrist. En als we dan bedenken dat Christus het Sanhedrin het achtvoudige wee heeft toegeschreeuwd, was dat -volgens meneer de humanist- blijkbaar ook buiten Zijn boekje. En als we dan Paulus gadeslaan in het vlijmscherp bestraffen van de hoogstaande doch veinzende apostel Petrus in Antiochië, dan is Paulus volgens meneer de humanist ook over de schreef gegaan. Het leger refo-humanisten in onze dagen vermenigvuldigt zich in het kwadraat en hun vijandschap tegen de leer van Christus vreet voort gelijk de kanker, maar hun dubbelspel is een verloren strijd, zoals dat bij Judas Iskarioth openbaar gekomen is.

De barmhartigheden der goddelozen is zo wreed, dat dezulken Christus willen isoleren van de Leeuw uit Juda's stam, want de Leeuw van Juda's stam Die vanwege de ijver van Gods recht(huis) verslonden werd, wordt door de 'gemoedelijke' refo-humanisten gehaat met een dodelijke haat en zo-ook Zijn knechten. De gemoedelijke godsdienst in onze dagen staat altijd klaar om een separerende Christus van de steilte te pletter te gooien, maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg, om nooit meer tot dezulken terug te keren.

''Daarom zegt de HEERE alzo: Zo gij zult wederkeren, zo zal Ik u doen wederkeren; gij zult voor Mijn aangezicht staan; en zo gij het kostelijke van het snode uittrekt, zult gij als Mijn mond zijn; laat hen tot u wederkeren, maar gij zult tot hen niet wederkeren'', Jer. 15:19.

''Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam'', Gal. 6:17.


GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl